Gaza

Volgende maand is het twee jaar geleden dat de aanval van Hamas op het zuiden van Israël plaatsvond. Het is ook twee jaar geleden dat de verwoesting van Gaza begon. Tienduizenden doden zijn het gevolg. Er staat geen gebouw meer overeind, en de ruïnes zijn bezet gebied. Honger is een wapen geworden. En de wereld kijkt toe.


Voor onze eigen kerk is Israël een open zenuw. De kerkorde zegt weliswaar al in art. 1 dat we onopgeefbaar verbonden zijn met Israël, maar beter lijkt: onoplosbaar verbonden. Zeg je het immers het ene over Israël, dan heb je de ene groep op de kast. Zeg je het ander, dan hangen er anderen in de gordijnen. Soms is het dan maar beter om niets te zeggen. Of niet te veel.


Vanuit mijn functies ben ik daarom altijd voorzichtig geweest. Maar er kunnen momenten komen dat je dat niet meer kunt verantwoorden. Daarbij besef ik dat ik niet voor de kerk kan spreken. Ik kan niet eens voor de classis spreken, of zelfs maar voor het breed moderamen. Ik spreek namens niemand anders dan mijzelf. Maar ik kan niet langer niets zeggen.


Elke dag zijn de beelden van de verwoestingen in Gaza onthutsend. Ik geloof niet dat iemand betwist dat Israël na 7 oktober 2023 het recht had om te reageren, juist in Gaza. Maar wat nu gebeurt is alleen maar buitenproportioneel te noemen. Ik heb geen zin in juridische discussies over genocide, maar dit is systematische vernietiging. En dat staat buiten elk recht.


In de kerkorde lees ik dus dat wij onopgeefbaar verbonden zijn met Israël. Maar let op, er staat: met het volk Israël, niet met de staat of het land Israël. Voor mij is ‘het volk Israël’ dan ook een theologische notie. En natuurlijk zijn wij in dat opzicht van harte met Israël verbonden. Wij delen een groot deel van de Schrift. En we delen het geloof in de ene God, die goed is en recht doet.


Maar dat betekent niet dat wij verbonden zijn met de staat Israël, laat staan dat wij die coûte que coûte zouden moeten steunen. En dat betekent al helemaal niet dat je Israël niet mag aanspreken. Juist verbondenheid nodigt daartoe uit. Net zoals je je partner aanpreekt, of je kinderen, of je vrienden. Juist als het mis gaat. En juist omdat je verbonden bent.


Het allereerste artikel van de kerkorde spreekt naast verbondenheid met het volk Israël ook uit dat ‘de kerk weert wat haar belijden weerspreekt’. Het lijdt voor mij geen twijfel dat al dat geweld in Gaza het belijden van de kerk weerspreekt. Stop dus met het doden. Stop met vernietiging. Stop met de bezetting. Stop met de waanzin, en doe recht. Het is goed om dat uit te spreken. In verbondenheid. En in het geloof in de ene God, die goed is en recht doet.


Mocht daaraan behoefte bestaan, dan kunt u zonder toestemming de column overnemen in
kerkblad of op website.