Verkiezingen

Ik kan moeilijk zeggen dat ik niet gewaarschuwd was. Jezus zelf zegt: ‘Verzamelt u geen schatten op aarde, waar mot en roest ze aantasten.’ En nu was ‘t toch gebeurd: in de schuur stond een oude grasmaaier weg te kwijnen onder een laag roest. Dat kon zo niet, en omdat zachte heelmeesters stinkende wonden maken toog ik naar de ijzerwinkel voor staalwol.

Nu heb ik toen ik jong was zelf 6 jaar in zo’n winkel gewerkt. Meteen toen ik de deur opende bracht de geur me terug naar die tijd. Zo gaat dat met geuren. Ze herinneren je aan een vakantie van toen, of aan een liefde van ooit. En dus ook aan ‘n bijbaantje van lang geleden.


Van achter van de toonbank keek de eigenaar op van zijn krant. Zoals het hoort droeg hij een beige stofjas. Ik vertelde hem over de grasmaaier en de staalwol, maar hij leek met zijn gedachten elders te vertoeven. ‘Weet ú het nog?’, vroeg hij. Ik had geen idee, maar hij begon zich gelukkig meteen te verklaren. ‘Weet ú nog op wie u deze verkiezingen moet stemmen?’


‘Ze hebben er in Den Haag zo’n puinhoop van gemaakt, dat ik het niet meer weet. Dit kabinet was al niks toen het begon, en nu is de helft nog vertrokken ook. En de problemen van dit land blijven liggen. Wonen, stikstof, migratie … Meneer, ik weet het niet meer.’


Ik wist het ook niet. In de politiek tiert de polarisatie welig en in de samenleving gaapt een kloof zo groot als morgen de hele dag. Ik hoorde laatst op tv iemand zelfs pleiten voor een Tweestatenoplossing. Hip woke links Nederland hier; boeren, gezond verstand en rechts daar.


Voormalig Christenunie-leider Gert-Jan Segers sprak recent bij de Theologisch Universiteit Utrecht zelfs de vrees uit dat het einde van de democratie in zicht is. ‘Onze democratie is in de morgen geboren, heeft in de middag gebloeid, maar we beleven nu de namiddag ervan.’


Ik deel zijn zorg, maar niet zijn somberheid. Als we de democratie aan de flanken ten prooi geven, ja dan zal het misgaan. In de geschiedenis zijn daar voorbeelden genoeg van. Maar als gematigde stemmen verantwoordelijkheid nemen, dan zal de democratie sterk genoeg zijn. De zachte krachten zullen zeker winnen, dichtte Henriette Roland Holst 100 jaar geleden al.


De man van de ijzerwinkel begon zowaar weer moed te vatten. Nee, politiek moet niet vanuit de onderbuik worden bedreven. Geen leeghoofdig geroep met oplossingen die helemaal niets oplossen. Maar verstandige mensen die ook eerlijk durven zeggen dat keuzes maken soms pijn doet. Toen had hij er kennelijk opeens genoeg en veranderde weer in een middenstander in stofjas. ‘Maar goed, u kwam voor staalwol hè? Gaat u een kachel breien?’


Mocht daaraan behoefte bestaan, dan kunt u zonder toestemming de column overnemen in
kerkblad of op website