Gedenken
don 1 jun 2023
‘Vergeten is ballingschap, gedenken is verlossing.’ Deze intrigerende uitspraak wordt toegeschreven aan de grote joodse rabbi Ba’al Shem Tov (1698-1760). Gedenken is een bijbels grondwoord, alleen in het OT al 125 maal te vinden. ‘Gedenk de sabbatdag, dat je die heiligt’. ‘Gedenk de grote daden van de Heer’. En ook: ‘Gedenk wie je zijn voorgegaan.’
Zo gedenkt Nederland op 4 mei hen die vielen in onder andere WO II. Wij maakten dit jaar een zo curieuze herdenking mee dat ik u die ook een maand later niet wil onthouden. Of Ba’al Shem Tov er blij mee was geweest durf ik te betwijfelen, maar het was wat het was.
Allereerst moet u weten dat wij een weekje weg waren, en dat wij op de laatste dag uit eten gingen. Uit ‘t normale ritme beseften wij pas in het restaurant dat het 4 mei was. De locatie was in Friesland, in een niet nader te noemen plaats. Ik wil niemand in problemen brengen.
Gelukkig bevond het restaurant zich recht tegenover de kerk en daar hing de vlag duidelijk halfstok. De verwachting leek dus gerechtvaardigd dat oversteken voldoende was om erbij te zijn. Maar dat viel tegen. De eigenaar verzekerde ons zelfs dat er in het hele stadje (een van de elf, maar dan weet u nog niets) geen herdenking was. Daar zorgde hij zelf wel voor.
Dat begon om 19.55 toen opeens de herdenking op de Dam met een immens volume het restaurant in knalde. Om 19.58 deed de eigenaar ook nog de lichten uit en schroefde het volume nog wat verder op. De enige andere clientèle bestond uit een jong Duits stel, dat feilloos in de gaten had waar het om ging en gegeneerd hun lepel maar naast de soep legde.
Het lawaai bleek via een versterker te komen uit een laptop achter de bar waarop inmiddels ook de beelden vanaf de Dam te volgen waren. We gingen er maar bij staan en trachtten in het aardedonker en hangend aan de bar een gedenkende houding aan te nemen.
De eigenaar was ondertussen verdwenen met onbekende bestemming, maar keerde als een deus ex machina terug toen de twee minuten stilte voorbij waren en de koning en koningin hun krans hadden gelegd. Daarna sprak hij de onvergetelijke woorden: ‘Zo … Keurig’.
Vervolgens draaide hij de lichten weer aan, en zette op het inmiddels vertrouwde volume hoempamuziek op. Ofschoon elkaar verstaan nauwelijks mogelijk was hebben we daarna maar afgerekend. En toen we vervolgens vertrokken, hebben we het gegeneerde Duitse stel gegroet met een zeker zo beschaamd: ‘Noch einen schönen Abend.’’ Ze keken verbijsterd.
Nee, dit was vast niet wat Ba’al Shem Tov ooit bedoeld heeft met ‘Gedenken is verlossing’. Toch is gedenken natuurlijk wel belangrijk. Wij overwegen daarom sterk morgen in hetzelfde restaurant te gaan eten. Dan is het 6 juni, en ik ben heel benieuwd hoe ze D-Day gedenken.
Mocht daaraan behoefte bestaan, dan kunt u zonder toestemming de column overnemen in kerkblad of op website.
Overige columns
Pijn
Ik heb de mooiste baan die er is. Soms kijken mensen me meewarig aan, als ze horen over 170 gemeenten en de taken die erbij horen. Maar gelooft u mij, er is niets mooier dan classispredikant zijn. Steeds weer een nieuwe gemeente: ik ben een kind in een snoepwinkel.
Toch doet classispredikant zijn ook pijn. Bij elk van die 170 gemeenten doet de krimp van de kerk zich immers voelen. Het ledental loopt terug, we komen ambtsdragers tekort, en jongeren vind je slechts met een kaarsje. Ook mijn eigen geschiedenis vertelt een onthullend verhaal.
De kerk waar ik werd gedoopt is nu wijkcentrum. De kerk waar ik belijdenis deed is afgebroken. De pastorie waar ik woonde in mijn eerste gemeente staat op dit moment te koop. En waar we in mijn tweede gemeente ooit werkten met 5 collega’s, zijn er nu nog 2 over. Dat doet pijn.
Ik ben de enige niet, alle kerkmensen kunnen zulke verhalen vertellen. We hebben het er niet dikwijls over, want het stemt ons verdrietig. Maar het is er wel. Afgelopen jaar had ik er meer last van dan eerder. Ik moet niet overdrijven, maar ik lijd aan de teruggang van de kerk.
In mijn intervisiegroep bracht ik het ter sprake. Makkelijk was dat niet, want ook wij praten er niet graag over. Maar het hielp wel. Allereerst de herkenning. De anderen vertelden vergelijkbare verhalen. Alleen al het delen daarvan deed me goed. Ik ben de enige niet.
Maar een van de collega’s had voor zichzelf ook een remedie gevonden. Hij zei: ‘Voor mij heeft het alles te maken met roeping. Dit hier, nu, dit is de taak waartoe ik geroepen ben. De kerk van nu helpen richting toekomst. Andere vormen zoeken. Samenwerken. Dat is mijn roeping.’
Ik heb er de hele zomer op gekauwd, en het heeft me erg geholpen. Met het begrip roeping bracht mijn collega iets van God in, en dat had ik nodig. Want het is mijn kerk niet. Natuurlijk mag het me verdriet doen dat zoveel wat er was er niet meer is. Die pijn is er, en mag er zijn.
Maar ik sta in een lange geschiedenis van de weg die God met de kerk gaat. Dat is een kronkelige weg soms, met kuilen en modderige bochten. Maar ook met weldadige rustplaatsen en onverwachte vergezichten. Dit ene stukje, hier en nu, dat is mijn stukje van die weg.
Op dat stukje weg ga ik komend seizoen weer stappen zetten. Geen idee hoeveel, dat zien we wel. Maar classispredikant blijft de mooiste baan die er is. Samen met gemeenten zoeken hoe we vandaag kerk kunnen zijn. En morgen. Dat is mijn roeping. Die van u trouwens ook.
Mocht daaraan behoefte bestaan, dan kunt u zonder toestemming de column overnemen in kerkblad of op website.