Van God los?
woe 30 mar 2022
Goed, wij hadden een paar dagen vakantie. De Corona sloeg een week later toe, maar daarvan verkeerden wij toen nog in zalige onwetendheid. Vakantie dus, en op weg naar de elk seizoen mooie Achterhoek. Omdat een woedende wind de regen over het vlakke land joeg, legden wij onderweg eerst nog maar even aan in rijksmuseum Catharijneconvent in Utrecht.
Tot 28 augustus is daar de tentoonstelling ‘Van God los?’ Aan de hand van foto’s, tv-fragmenten en gebruiksvoorwerpen wordt het verhaal verteld van de kerk in de jaren ’60 en ’70. Het was een feest van herkenning. Uit de kerkboeken heb je zelf gezongen. Zo’n radio hadden wij thuis ook. En sommige hoofdrolspelers heb ik persoonlijk gekend. Ach lieve tijd.
Toch vertelt de expositie natuurlijk ook een ontluisterend verhaal. Rond 1960 was de kerk onaantastbaar. Maar dat veranderde snel. Er kwamen barsten in de zuilen, die vervolgens gingen wankelen en ten slotte onontkoombaar vielen. Nou valt daar heel veel over te zeggen, maar feit is: er is ook veel goeds verloren gegaan. Het oude verhaal van kind en badwater.
Dagblad Trouw ging samen met Freek de Jonge naar ‘Van God los?’. Ooit was die natuurlijk zelf een kind van de jaren ’60, maar naarmate hij ouder wordt verzacht zijn toon. Nu zegt hij: “We zijn met de secularisatie heel wat kwijtgeraakt waaraan we nu veel zouden hebben.” En aan het eind van de expositie schrijft hij op een daartoe bestemde muur: ‘Waarom moet alles anders?’
Inmiddels was het droog en ging het verder richting Achterhoek. Ter hoogte van Arnhem bedachten wij wat er allemaal voor God in de plaats was gekomen. Vrijheid natuurlijk, maar ook individualisme. Evolutie. Ongebreideld consumentisme. De mens zelf. En recent ook allerlei complottheorieën die mensen die erin geloven houvast beloven in een chaotische wereld.
Ondertussen begon de zon zelfs te schijnen en lichtte de Achterhoek op. Misschien daardoor dat plotseling doordrong dat de tentoonstelling ‘Van God los?’ heet. Met een vraagteken. Nog niet eens zo lang geleden zou daar zeker een uitroepteken hebben gestaan ‘Godlof, we zijn van God los!’ Nu stond er een vraagteken: zijn we wel zo van God los?
Ik denk zelf van niet. En ook daarover valt veel te zeggen. Maar in een nieuwe tijd zijn er nieuwe kansen. Voor het kind van het geloof, zeker. Maar ook voor het badwater van de kerk. Iemand die de expositie bezocht dacht er kennelijk net zo over als ik. Die liet op dezelfde muur als waarop Freek de Jonge schreef deze intrigerende zin achter: ‘Verlies is een nieuw begin.’
Een hoopvollere samenvatting van de tentoonstelling kon ik niet bedenken.
Mocht daaraan behoefte bestaan, dan kunt u zonder toestemming de column overnemen in kerkblad of op website.
Overige columns
Pijn
Ik heb de mooiste baan die er is. Soms kijken mensen me meewarig aan, als ze horen over 170 gemeenten en de taken die erbij horen. Maar gelooft u mij, er is niets mooier dan classispredikant zijn. Steeds weer een nieuwe gemeente: ik ben een kind in een snoepwinkel.
Toch doet classispredikant zijn ook pijn. Bij elk van die 170 gemeenten doet de krimp van de kerk zich immers voelen. Het ledental loopt terug, we komen ambtsdragers tekort, en jongeren vind je slechts met een kaarsje. Ook mijn eigen geschiedenis vertelt een onthullend verhaal.
De kerk waar ik werd gedoopt is nu wijkcentrum. De kerk waar ik belijdenis deed is afgebroken. De pastorie waar ik woonde in mijn eerste gemeente staat op dit moment te koop. En waar we in mijn tweede gemeente ooit werkten met 5 collega’s, zijn er nu nog 2 over. Dat doet pijn.
Ik ben de enige niet, alle kerkmensen kunnen zulke verhalen vertellen. We hebben het er niet dikwijls over, want het stemt ons verdrietig. Maar het is er wel. Afgelopen jaar had ik er meer last van dan eerder. Ik moet niet overdrijven, maar ik lijd aan de teruggang van de kerk.
In mijn intervisiegroep bracht ik het ter sprake. Makkelijk was dat niet, want ook wij praten er niet graag over. Maar het hielp wel. Allereerst de herkenning. De anderen vertelden vergelijkbare verhalen. Alleen al het delen daarvan deed me goed. Ik ben de enige niet.
Maar een van de collega’s had voor zichzelf ook een remedie gevonden. Hij zei: ‘Voor mij heeft het alles te maken met roeping. Dit hier, nu, dit is de taak waartoe ik geroepen ben. De kerk van nu helpen richting toekomst. Andere vormen zoeken. Samenwerken. Dat is mijn roeping.’
Ik heb er de hele zomer op gekauwd, en het heeft me erg geholpen. Met het begrip roeping bracht mijn collega iets van God in, en dat had ik nodig. Want het is mijn kerk niet. Natuurlijk mag het me verdriet doen dat zoveel wat er was er niet meer is. Die pijn is er, en mag er zijn.
Maar ik sta in een lange geschiedenis van de weg die God met de kerk gaat. Dat is een kronkelige weg soms, met kuilen en modderige bochten. Maar ook met weldadige rustplaatsen en onverwachte vergezichten. Dit ene stukje, hier en nu, dat is mijn stukje van die weg.
Op dat stukje weg ga ik komend seizoen weer stappen zetten. Geen idee hoeveel, dat zien we wel. Maar classispredikant blijft de mooiste baan die er is. Samen met gemeenten zoeken hoe we vandaag kerk kunnen zijn. En morgen. Dat is mijn roeping. Die van u trouwens ook.
Mocht daaraan behoefte bestaan, dan kunt u zonder toestemming de column overnemen in kerkblad of op website.