Welkom
don 23 sep 2021
De kogel is door de kerk. Anderhalve meter hoeft niet meer, dus theaters en stadions mogen helemaal worden gevuld. Ik heb een seizoenkaart, dus ik dacht meteen: welkom bij AZ! Ook in de horeca mogen we weer dicht bij elkaar zitten. En zelfs evenementen worden weer mogelijk. Er hangt wel een prijskaartje aan. Om binnen te komen is een Coronapas verplicht.
Zo’n pas krijg je op je telefoon als je bent gevaccineerd, getest of genezen. Niet iedereen is daar enthousiast over. Sommigen ervaren de pas als vaccinatiedwang. Mijn spellingscontrole kent dat woord niet, maar die kijkt dan ook nooit op de late avond naar de praattafels van de tv. En daar hebben ze het over niets anders.
Nu geloof ik niet dat er iemand voor een vaccinatieplicht is. Gelukkig niet. Hier komt het recht om zelf over je lichaam te beschikken in het geding, en daar wil niemand in treden. Van expliciete dwang is dus sowieso geen sprake. Maar kun je bij de Coronapas niet spreken van een impliciete dwang? Er zijn twee antwoorden mogelijk.
Het eerste is: nee, want ook voor niet-gevaccineerden blijft het mogelijk aan het openbare leven deel te nemen. Welkom in kroeg en bioscoop! Testen is dan wel noodzakelijk, want die vermaledijde Corona móet de kop worden ingedrukt. Ook ongevaccineerden kunnen meehelpen door te testen. Dat lijkt me geen onredelijke vraag.
Het tweede antwoord is: ja, iets van drang gaat er natuurlijk wel vanuit. Vaccineren maakt immers het leven een stuk gemakkelijker. De Coronapas is op zijn minst een stevige aanmoediging om je te laten prikken. En eigenlijk ben ik daar ook helemaal niet tegen. Als de Coronapas mensen over de drempel helpt, waarom niet?
Inmiddels blijkt dat het ook zo werkt, want het aantal prikafspraken stijgt. Ook in Frankrijk ging het zo. Lag dat land aanvankelijk een straatlengte op Nederland achter, na invoering van de Coronapas in juli hebben ze ons ingehaald. Ruim 85% van alle Fransen is nu geprikt. Bienvenue au restaurant!
De kerk ondertussen kiest haar eigen spoor. In de kerk maken we geen onderscheid tussen mensen, ook niet tussen gevaccineerd of niet. Voor een kerkdienst vragen we dus geen toegangsbewijs. Natuurlijk hangt ook daar een prijskaartje aan. Geen verplichte anderhalve meter meer, maar wel ‘gepaste afstand’. Maar daar zijn we al een hele tijd aan gewend. Daarom zeggen we tegen iedereen: wie je ook bent, welkom in de kerk!
Mocht daaraan behoefte bestaan, dan kunt u zonder toestemming de column overnemen in kerkblad of op website.
Overige columns
Pijn
Ik heb de mooiste baan die er is. Soms kijken mensen me meewarig aan, als ze horen over 170 gemeenten en de taken die erbij horen. Maar gelooft u mij, er is niets mooier dan classispredikant zijn. Steeds weer een nieuwe gemeente: ik ben een kind in een snoepwinkel.
Toch doet classispredikant zijn ook pijn. Bij elk van die 170 gemeenten doet de krimp van de kerk zich immers voelen. Het ledental loopt terug, we komen ambtsdragers tekort, en jongeren vind je slechts met een kaarsje. Ook mijn eigen geschiedenis vertelt een onthullend verhaal.
De kerk waar ik werd gedoopt is nu wijkcentrum. De kerk waar ik belijdenis deed is afgebroken. De pastorie waar ik woonde in mijn eerste gemeente staat op dit moment te koop. En waar we in mijn tweede gemeente ooit werkten met 5 collega’s, zijn er nu nog 2 over. Dat doet pijn.
Ik ben de enige niet, alle kerkmensen kunnen zulke verhalen vertellen. We hebben het er niet dikwijls over, want het stemt ons verdrietig. Maar het is er wel. Afgelopen jaar had ik er meer last van dan eerder. Ik moet niet overdrijven, maar ik lijd aan de teruggang van de kerk.
In mijn intervisiegroep bracht ik het ter sprake. Makkelijk was dat niet, want ook wij praten er niet graag over. Maar het hielp wel. Allereerst de herkenning. De anderen vertelden vergelijkbare verhalen. Alleen al het delen daarvan deed me goed. Ik ben de enige niet.
Maar een van de collega’s had voor zichzelf ook een remedie gevonden. Hij zei: ‘Voor mij heeft het alles te maken met roeping. Dit hier, nu, dit is de taak waartoe ik geroepen ben. De kerk van nu helpen richting toekomst. Andere vormen zoeken. Samenwerken. Dat is mijn roeping.’
Ik heb er de hele zomer op gekauwd, en het heeft me erg geholpen. Met het begrip roeping bracht mijn collega iets van God in, en dat had ik nodig. Want het is mijn kerk niet. Natuurlijk mag het me verdriet doen dat zoveel wat er was er niet meer is. Die pijn is er, en mag er zijn.
Maar ik sta in een lange geschiedenis van de weg die God met de kerk gaat. Dat is een kronkelige weg soms, met kuilen en modderige bochten. Maar ook met weldadige rustplaatsen en onverwachte vergezichten. Dit ene stukje, hier en nu, dat is mijn stukje van die weg.
Op dat stukje weg ga ik komend seizoen weer stappen zetten. Geen idee hoeveel, dat zien we wel. Maar classispredikant blijft de mooiste baan die er is. Samen met gemeenten zoeken hoe we vandaag kerk kunnen zijn. En morgen. Dat is mijn roeping. Die van u trouwens ook.
Mocht daaraan behoefte bestaan, dan kunt u zonder toestemming de column overnemen in kerkblad of op website.